Ethische Code

Binnen Sangha Metta vinden wij het belangrijk om bij al onze activiteiten te streven naar een kwalitatief betrouwbaar en veilig klimaat. Iedereen, ongeacht kleur, geaardheid, seksuele voorkeur, sociale achtergrond of gender, moet zich thuis kunnen voelen bij onze retraites en ander aanbod. Inclusiviteit, diversiteit en veiligheid staan bij ons hoog in het vaandel.

De vijf leefregels vormen de basis voor al onze retraites en ander aanbod en zijn tevens de leidraad waaraan wij onszelf houden en waaraan jij ons mag houden bij alles wat wij doen. Daaraan toegevoegd hanteren wij voor ons eigen handelen een zesde leefregel, die hieronder verder uiteen wordt gezet.

Omdat eerlijkheid, openheid, respect en verantwoordelijkheid nemen voor je eigen gedrag ten grondslag liggen aan de beoefening en die beoefening ook tot uiting komt in de zorg voor anderen, is het belangrijk dat leraren en deelnemers er op moeten kunnen vertrouwen dat retraites te allen tijde plaatsvinden binnen heldere kaders en richtlijnen, die bedoeld zijn om de beoefening in een veilige omgeving te kunnen ondersteunen.

Verschillende boeddhistische organisaties, waaronder de SIM en de BUN hebben zogeheten ethische codes opgesteld die de helderheid en duidelijkheid geven die noodzakelijk zijn wanneer het gaat om de overdracht van de boeddhistische leer in het algemeen en de relaties tussen de verschillende rollen in die overdracht in het bijzonder. Sangha Metta sluit zich aan bij de SIM en de BUN waar het gaat om het vinden van een onafhankelijke vertrouwenspersoon.

Een ethische code is een set regels. In dit geval regels waaraan een meditatieleraar of -begeleider zijn of haar handelen kan toetsen en waaraan dat handelen ook door anderen getoetst kan worden. In de regels worden afspraken verwoord over wat wel en wat niet gewenst gedrag is.

De ethische code is dus niet alleen een toetssteen voor de begeleider, maar dient ook als bescherming voor de deelnemer aan retraites. (en/of andere programma’s uit ons aanbod)

Het onderhouden van de code schept een veilige sfeer en creëert een basis voor gefundeerd vertrouwen.

Sangha Metta vindt, zoals gezegd, in haar ethische code aansluiting bij wat binnen het Boeddhisme genoemd wordt: ‘De vijf leefregels’ en voegt daaraan een eigen, zesde, leefregel toe. Deze leefregels zijn geen regels of opdrachten in de strikte zin van het woord maar kunnen gezien worden als velden van beoefening. Ze worden in vrijheid aangenomen en het is wenselijk ze met wijsheid en sensitiviteit in praktijk te brengen. Het Boeddhisme spreekt daarom niet over goed of fout handelen maar over heilzaam of onheilzaam handelen. De zes leefregels – en hun uitleg – luiden als volgt:

 

  1. Niet doden, niet kwetsen van levende wezens.

Dit is het fundamentele principe van het Boeddhisme. Alle leefregels zijn uitwerkingen van deze leefregel. De regel gaat uit van geweldloos handelen waar dat mogelijk is. Veel boeddhisten zijn hierom bijvoorbeeld vegetariër. De uitwerking in positieve richting zijn liefdevolle vriendelijkheid en compassie.

  1. Niet stelen. Niet nemen wat niet is gegeven.

Stelen is duidelijk kwetsend en schadelijk voor anderen. Je kunt ook in niet-materiële zin ‘stelen’: door mensen te gebruiken, te exploiteren of te manipuleren. Dit kun je zien als ‘nemen wat niet is gegeven’. De positieve keerzijde van deze leefregel is vrijgevigheid.

  1. Afzien van seksueel ongeoorloofd gedrag. Dit geldt voor iedereen.

Voor leraren en begeleiders geldt extra dat er in een leraar-leerling relatie altijd sprake is van een machtsverhouding. Zij zullen zich daarom bewust zijn van het volgende:

  1. Een seksuele relatie tussen leraar en leerling is in onze ogen nooit gepast.
  2. Tijdens retraites of formeel onderricht is iedere seksueel getinte toespeling van de kant van de leraar of begeleider ongepast. Waarbij wij aan willen tekenen dat een leraar of begeleider nooit ‘uit functie’ is.
  3. Wanneer zich in de loop van de tijd een gezonde en eerlijke relatie ontwikkelt tussen een leraar en een leerling, dient de formele leraar-leerling relatie beëindigd te zijn voordat men als liefdespartners met elkaar wil verder gaan.
  1. Het vermijden van onjuist spreken.

Spreken is een cruciaal element in onze relatie tot anderen. Bedoeld of onbedoeld, kunnen we elkaar snel misverstaan. We zullen onszelf afvragen of we eerlijk zijn en of ons spreken heilzaam is voor onszelf en voor anderen. In positieve zin is het spreken gericht op verbinding en harmonie.

  1. Afzien van middelen die de geest vertroebelen.

Opmerkzaamheid is een fundamentele kwaliteit die je ontwikkelt met toewijding en geduld en die leidt tot helderheid van geest. Het gebruik van alcohol en/of drugs staat hier lijnrecht tegenover. Vanzelfsprekend kan verslaving niet samen gaan met het begeleiden van meditaties.

  1. Te leven met een hart vol liefdevolle vriendelijkheid (metta) naar alle levende wezens.

Dit is een voornemen dat bijzonder past bij een gemeenschap die zich een sangha van metta noemt. Sangha Metta betekent immers gemeenschap van Metta. Wij streven ernaar deze liefdevolle vriendelijkheid naar elkaar en naar eenieder die deelneemt aan onze programma’s uit te dragen. Heel praktisch krijgt deze leefregel onder meer ook uiting in de metta/karuna cirkel.

De ethische code geldt voor alle activiteiten georganiseerd door Sangha Metta. De bij Sangha Metta aangesloten leraren en begeleiders onderschrijven deze code ook voor hun eigen activiteiten.

 

KLACHTENPROCEDURE, ETHISCHE COMMISSIE EN VERTROUWENSPERSOON

Indien een deelnemer aan een activiteit van Sangha Metta en/of de bij haar aangesloten leraren en begeleiders klachten heeft over ongewenste omgangsvormen heeft hij/zij keuze zich te wenden tot het bestuur van Stichting Sangha Metta, de vertrouwenspersoon van de BUN of de klachtenprocedure te volgen van de SIM.

Sangha Metta hecht er aan dat de vertrouwenspersonen en/of de leden van de ethische commissie volledig onafhankelijk zijn van het bestuur van Sangha Metta, de BUN, de SIM en/of betrokken partijen. Daarom sluiten wij ons graag aan bij de door SIM en BUN vastgelegde procedures.

Meer informatie over de ethische code van de SIM vindt je hier

Meer informatie over de ethische code van de BUN vindt je hier

 

INTERVISIE EN SUPERVISIE

Naast het (voor)leven van de zes leefregels maken intervisie en supervisie een wezenlijk onderdeel uit van onze onderlinge relaties als leraren en begeleiders.

Samen met collega’s het eigen handelen doorspreken, feedback krijgen en geven is een belangrijk onderdeel van het professioneel handelen als leraar en begeleider. (intervisie) Datzelfde geldt voor het met regelmaat doornemen van je eigen beoefening en je eigen gedrag met senior leraren of andere specialisten in het veld. (supervisie)

Intervisie en supervisie zijn beide ondersteunend in het bewaken van de ethische code en in de ontwikkeling van de eigen spirituele groei. Leraren en begeleiders binnen Sangha Metta worden gehouden te participeren in intervisie- en supervisie bijeenkomsten als vast onderdeel van de eigen beoefening.