Naast de beoefening van vipassana meditatie worden, afhankelijk van de achtergrond van de leraar/ begeleider en de aard van de retraite, bij Sangha Metta ook andere vormen van meditatie beoefend. Hieronder vind je een korte opsomming van die verschillende vormen.
In de beschrijving van de verschillende retraites en ander aanbod wordt altijd vermeld welke vormen van meditatie zullen worden aangeboden en of deze geschikt zijn voor beginners en/of gevorderden. Tijdens de retraites (of ander aanbod) zullen dan steeds de instructies worden gegeven die horen bij de verschillende methoden.
METTA MEDITATIE
Naast vipassana meditatie praktiseren wij metta meditatie. Metta is een pali woord en wordt vertaald met liefdevolle vriendelijkheid.
Gaat het in vipassana om het ontwikkelen van helder inzicht, in metta gaat het om het ontwikkelen van een vriendelijke houding, een open hart, ten opzichte van alle levende wezens. Het heet een hartmeditatie vanwege verzachting en verbinding.
Metta meditatie helpt ons om vrij te worden van ergernis en ongeduld, vrij te worden van elke vorm van aversie en boosheid. In het pali heet het a-dosa, hetgeen betekent afwezigheid van boosheid.
Wanneer we vrij zijn van boosheid komt onze natuurlijke goedheid te voorschijn. Ons hart blijkt zachter, ons oor kan luisteren, de acceptatie van onszelf en anderen wordt gemakkelijker, we verspillen minder energie en ons leven wordt lichter.
In de praktijk komt het neer op het consequent genereren van heilzame gedachten en goede wensen voor zowel onszelf als voor anderen.
Een voorbeeld van zo’n goede wens is:
Moge je vrede kennen, moge je vreugde kennen, moge je vrij zijn van pijn en lijden en het hoogste geluk ervaren.
Metta is de eerste van vier hoge zijnskwaliteiten. De tweede is Karuna (mededogen), de derde is Mudita (medevreugde) en de vierde is Upekka (gelijkmoedigheid). Deze vier samen noemen we de Brahmavihārās. Metta is steeds de basis voor de andere drie kwaliteiten.
Het aanbod van Sangha Metta bevat doorgaans ook ieder jaar een speciale Metta of Brahmavihārā’s retraite, maar ook bij de overige retraites is het gebruikelijk aan het einde van de dag Metta te beoefenen.
SAMATHA MEDITATIE
Samatha betekent ‘kalm’ of ‘kalmte’ in de taal Pali en is een van de technieken die vaak gebruikt worden in de beschrijving van meditatie in de Theravada traditie van het Boeddhisme.
Het wordt vaak beschreven óf als tegenstelling tot vipassana meditatie of als ondersteunend en samengaand met vipassana meditatie. Onder samatha meditatie kunnen die vormen van meditatie worden verstaan, welke het kalmeren van de geest als voornaamste doel hebben.
Samatha wordt ook wel vertaald met concentratie. De aandacht is bij de beoefening van samatha meditatie gericht op één object. (eenpuntig) Dit in tegenstelling tot de beoefening van vipassana meditatie waarbij de aandacht verspringt van object naar object. Voor beide vormen van meditatie is het noodzakelijk dat de kwaliteit van Opmerkzaamheid in de geest aanwezig is.
Samatha wordt op verschillende manieren begrepen en uitgelegd. In de Birmese traditie van het Theravada doet men soms wat minderwaardig over de praktijk van samatha; het leidt volgens hen niet direct tot vipassana of inzicht en is daardoor van weinig nut. In Thailand echter wordt samatha benadrukt als een belangrijk onderdeel van de boeddhistische praktijk en beschouwt men het als een hulpmiddel. Wanneer de geest echte kalmte bereikt heeft, kan men snelle en diepe resultaten boeken met vipassana-meditatie.
Ajahn Chah vergeleek samatha en vipassana als twee uiteinden van een stok. Wanneer men één uiteinde van de stok ver genoeg optilt, komt uiteindelijk ook het andere uiteinde van de stok van de grond. Vipassana en samatha gaan volgens hem dus samen en kunnen niet apart gehouden worden. Andere Thaise leraren maken wel meer onderscheid tussen samatha en vipassana, waarbij de beoefening van samatha vaak wordt onderwezen voorafgaand aan vipassana.
Binnen de ontwikkeling van samatha kun je spreken over verschillende fases. Allereerst is er kanika samatha wat staat voor een van moment tot moment concentratie. Vervolgens is er upacara samatha, wat staat voor benaderende concentratie. En tot slot spreken we van appana samatha, wat volledige concentratie of absorptie betekent.
Wanneer de geest zo kalm is dat deze onwankelbaar is en upacara bereikt is, zijn de hindernissen gaan liggen. Dat is het punt waarop de beoefenaar over kan gaan op vipassana. Men kan dan de éénpuntigheid los laten en elk object wat opkomt in de geest observeren.
Andere leraren leggen minder nadruk op pure éénpuntigheid in het begin van de beoefening. Ze sporen aan om ononderbroken opmerkzaam te zijn op de verschillende objecten die opkomen. Die ononderbroken opmerkzaamheid kan vervolgens ook weer leiden tot diepe vormen van concentratie.
Zo zien we dat opmerkzaamheid (sati) zowel bij vipassana meditatie als bij samatha meditatie een cruciaal gegeven is.